ep6: grimm's sprookjes: van de visser en zijn vrouw

ROBIN

slaap lekker jules

ep6: grimm's sprookjes: van de visser en zijn vrouw

slaap lekker jules

De sprookjes van Grim, van de visser en zijn vrouw.

The fairy tales of Grim, of the fisherman and his wife.

Er waren eens een visser en zijn vrouw die zo arm waren dat ze alleen maar in een pot konden wonen, vlak aan de zee.

Once upon a time, there was a fisherman and his wife who were so poor that they could only live in a pot, right by the sea.

De visser ging elke dag hengelen, en dan hengelde hij en hengelde hij.

The fisherman went fishing every day, and then he fished and fished.

Op een dag zat hij zo bij zijn hengel en keek steeds in het blanke water, en hij keek en keek.

One day he sat there with his fishing rod and kept looking into the clear water, and he looked and looked.

Opeens dook de dobber diep onder.

Suddenly, the float dove deep underwater.

Toen de visser hem ophaalde, had hij een groot bot.

When the fisherman picked him up, he had a large bone.

De bot zei tegen hem, hoor jij eens visser? Laat me leven, ik ben geen echte bot, maar een betoverde prins.

The fish said to him, "Listen here, fisherman? Let me live, I am not a real fish, but an enchanted prince."

Wat heb je eraan als je me doopmaakt? Lekker ben ik toch niet. Zet me weer in het water en laat me zwemmen.

What do you gain from baptizing me? I'm not tasty anyway. Put me back in the water and let me swim.

Nou, zei de man, zoveel woorden hoef je nou ook weer niet aan vuil te maken.

Well, said the man, you don't need to waste so many words.

Een bot die praten kan, zou ik ook maar liever laten zwemmen.

A bot that can talk, I would rather let it swim.

Meteen zette hij de bot weer in het blanke water. De bot dook onder en liet een lange streep bloed achter zich.

He immediately put the boat back in the clear water. The boat dove underwater and left a long trail of blood behind it.

Daarna stond de visser op en ging naar beneden.

Then the fisherman got up and went downstairs.

Toen kwam hij naar zijn vrouw in de pot.

Then he came to his wife in the pot.

Man, vroeg de vrouw, niks gevangen?

Man, the woman asked, caught anything?

Nee, zei de man, alleen een bot, die zei dat hij een betoverde prins was.

No, said the man, just a frog that claimed to be an enchanted prince.

Toen liet ik hem maar weer zwemmen.

Then I just let him swim again.

Heb je dan geen wens gedaan?

Didn't you make a wish then?

Nee, zei de man, wat zou ik moeten wensen?

No, said the man, what should I wish for?

Ach, zei de vrouw, wat is dat nou?

Oh, said the woman, what is that?

Altijd in zo'n pot te wonen, je had toch wel een vissershutje kunnen wensen?

Always living in such a pot, you could have wished for a fisherman's hut, right?

Kom, ga terug en roep hem.

Come, go back and call him.

Zeg hem dat we zo graag een klein hutje willen hebben, dat doet hij vast.

Tell him that we would really like to have a small hut, I'm sure he will do that.

Hé, zei de man, moet ik er dan nu weer op uit?

Hey, said the man, do I have to go out again now?

Och, zei de vrouw, je had hem toch gevangen, je hebt hem weer laten zwemmen.

Oh, said the woman, you did catch him, but you've let him swim away again.

Hij doet het heus wel.

He will surely do it.

Vooruit, ga meteen.

Go ahead, go right away.

De man had er weinig zin in, maar hij wilde zijn vrouw ook niet tegenwerken en daarom ging hij weer naar de zee.

The man was not very enthusiastic about it, but he also didn't want to go against his wife, and that's why he went back to the sea.

Toen hij daar kwam, was de zee helemaal groen en geel en goor, niet maar zo blank als eerst.

When he arrived there, the sea was completely green and yellow and filthy, no longer as clear as it was at first.

Hij ging bij het water staan en zei,

He stood by the water and said,

Mannetje, mannetje, timpetee, botje, botje in de zee.

Little man, little man, timpetee, little fish, little fish in the sea.

Mijn vrouwtje, die heet Ilsebeel, ze wil niet zoals ik het wil.

My little wife, her name is Ilsebeel, she doesn't want it the way I want it.

Daar kwam de bot aan zwemmen.

There came the boat swimming.

Nou, wat wil ze dan? vroeg hij.

Well, what does she want then? he asked.

Tja, zei de visser, ik had je toch net gevangen en nou zei mijn vrouw dat ik wat had moeten wensen.

Well, said the fisherman, I just caught you and now my wife said I should have made a wish.

Ze wil niet meer in die pot wonen, ze wil een hut.

She no longer wants to live in that pot, she wants a hut.

Ga maar, zei de bot, ze heeft het al.

Go ahead, the robot said, she already has it.

De man ging weer weg en vond de vrouw niet meer in die pot.

The man left again and no longer found the woman in that pot.

Er stond nu een hut en de vrouw zat voor de deur, op een bank.

There was now a hut and the woman was sitting in front of the door, on a bench.

Ze nam hem bij de hand en zei,

She took his hand and said,

Kom er maar in, kijk, dat is toch veel beter?

Come on in, look, that's much better, right?

Ze gingen samen naar binnen.

They went inside together.

In de hut was eerst een smalle gang, dan een klein maar mooi kamertje en ook een opkamer.

In the cabin was first a narrow hallway, then a small but beautiful room, and also a loft.

Daar stond voor elk een bed.

There was a bed for each.

En er was een keuken en een kelder, alles op z'n mooist.

And there was a kitchen and a cellar, everything at its finest.

Ook waren er gereedschappen, tin en koper en alles wat erbij hoort.

There were also tools, tin, and copper, along with everything that goes with it.

En achter de hut was een plaatsje met kippen en eenden.

And behind the hut was a small area with chickens and ducks.

En nog een tuintje met groenten en fruitbomen.

And yet another little garden with vegetables and fruit trees.

Nou, vroeg de vrouw, is het diep mooi?

Well, asked the woman, is it deeply beautiful?

Ja.

Yes.

Zei de man.

Said the man.

Zo moet het blijven, dan kunnen we echt gezellig leven.

It should stay like this, then we can truly live happily.

Dat geeft te denken, zei de vrouw.

That gives food for thought, said the woman.

Ze aten wat en gingen naar bed.

They ate something and went to bed.

Zo ging het acht dagen en veertien dagen.

So it went for eight days and fourteen days.

Daarna zei de vrouw, hoor eens man, dit hutje is nauw en het plaatsje en de tuin zijn wel erg klein.

Then the woman said, listen man, this hut is tight and the place and the garden are really small.

Die bot had ons best een groter huisje kunnen geven.

That bot could have given us a bigger house.

Ik zou wel in een mooie stenen slot willen wonen.

I would like to live in a beautiful stone castle.

Kom, ga naar de bot, die moet ons een slot geven.

Come, let's go to the boat, it needs to give us a lock.

Och, vrouw, zei de man, die hut is groot genoeg.

Oh, woman, said the man, that hut is big enough.

Wat willen wij nou in een kasteel doen?

What do we want to do in a castle?

Ach, wat, zei de vrouw, ga nou maar.

Oh, what, said the woman, just go now.

De bot kan dat zeker wel.

The bot can definitely do that.

Nee, vrouw, zei de man, die bot heeft ons al die hut gegeven.

No, woman, said the man, that boat has already given us that cabin.

Ik wil niet weer bij hem aankloppen.

I don't want to knock on his door again.

Hij mocht eens boos worden.

He was allowed to get angry sometimes.

Ga toch, zei de vrouw.

Go on, said the woman.

Het kan hem immers goed en doet het graag.

After all, he enjoys it well and likes to do it.

Ga jij nou maar.

Just go now.

Het werd de man zwaar om het hart.

It became heavy on the man's heart.

Hij wilde niet en hij zei bij zichzelf, het is niet in orde.

He didn't want to and he said to himself, it's not right.

Maar eindelijk ging hij toch.

But finally he went after all.

Toen hij bij de zee kwam, was het water helemaal violet.

When he arrived at the sea, the water was completely violet.

En donkerblauw en grauw en dik.

And dark blue and gray and thick.

En helemaal niet meer zo groen en geel als de vorige keer.

And not at all as green and yellow as the last time.

Hij bleef staan en zei.

He stopped and said.

Mannetje, mannetje, timpetee, botje, botje in de zee.

Little man, little man, timpetee, little fish, little fish in the sea.

Mijn vrouwtje, die heet Eelse Beel.

My little woman, her name is Eelse Beel.

Ze wil niet zoals ik het wil.

She doesn't want it the way I want it.

Nou, wat wil ze dan?

Well, what does she want then?

Vroeg de bot.

Ask the boat.

Tja, zei de visser, half bedroefd.

Well, said the fisherman, half sad.

Ze wil in een groot stenen slot wonen.

She wants to live in a big stone castle.

Ga maar, ze staat er al voor, zei de bot.

Go ahead, she's already there, said the robot.

De man ging in gedachten verzonken naar huis.

The man went home lost in thought.

Hij vond zijn vrouw voor de deur van een grot.

He found his wife at the door of a cave.

Hij vond zijn vrouw voor de deur van een groot stenen paleis.

He found his wife at the door of a large stone palace.

Ze stond boven aan de trappen en wilde net binnen gaan.

She was at the top of the stairs and was just about to go inside.

Ze nam hem bij de hand en zei, ga maar mee.

She took him by the hand and said, come along.

En hij ging mee het slot in.

And he went into the castle.

De vloer bestond van een groot deel uit marmeren tegels

The floor was largely made of marble tiles.

en er waren veel bedienden die de grote deuren open hielden.

and there were many servants who kept the big doors open.

De wanden waren allemaal blank en met mooie tapijten behangen.

The walls were all bare and adorned with beautiful tapestries.

In de kamer stonden loutse gouden stoelen en tafels

In the room stood luxurious golden chairs and tables.

en kristallen kroonluchter hingen aan de balken.

And crystal chandeliers hung from the beams.

En alle zalen en kamers

And all the halls and rooms

hadden vloerkleden.

had carpets.

Overal stond eten met de beste wijn op tafels

Everywhere there was food with the best wine on tables.

die bijna bezweken onder het gewicht.

that almost succumbed under the weight.

Achter het slot was een groot hof met koeienstal.

Behind the castle was a large courtyard with a cowshed.

Er was een paardenstal met koetsen.

There was a horse stable with carriages.

Er lag ook een grote prachtige tuin

There was also a large beautiful garden.

waarin de mooiste bloemen en vruchten groeiden.

where the most beautiful flowers and fruits grew.

En daarachter was een park van een halve mei

And behind it was a park of half May.

met herten en reeën en hazen

with deer and roe deer and hares

en alles wat men zich maar wensen kon.

and everything one could possibly wish for.

Nou, zei de vrouw, is dat niet mooi?

Well, said the woman, isn't that lovely?

De visser zuchtte.

The fisherman sighed.

Och ja, zo zal het ook blijven.

Oh yes, that's how it will stay.

De visser zuchtte.

The fisherman sighed.

We zullen in dit mooie slot wonen

We will live in this beautiful castle.

en tevreden zijn.

and to be content.

Daar moet ik eens over nadenken,

I need to think about that.

zei de vrouw, er een nachtje over slapen.

said the woman, to sleep on it for a night.

Zo gingen ze naar bed.

So they went to bed.

De volgende morgen werd de vrouw als eerste wakker.

The next morning, the woman was the first to wake up.

Het was net dag en zag uit

It was just day and it looked out.

haar bed het heerlijke land voor zich liggen.

her bed had the delightful land before it.

De visser rekte zich eens uit,

The fisherman stretched out once.

maar zij stootte

but she pushed

en met haar elleboog in de zij en sprak

and with her elbow in her side, she spoke

Man, sta op en kijk uit het raam.

Man, get up and look out the window.

Zeg, kunnen wij niet koning worden

Say, can't we become king?

over dat heerlijke land?

about that lovely country?

Ga naar de bot en zeg dat we koning worden.

Go to the bot and say that we are becoming king.

Zeg, kunnen wij niet koning worden?

Say, can’t we become kings?

Och, vrouw, zei de man.

Oh, woman, said the man.

Waarom zouden wij koning worden?

Why would we become king?

Ik wil geen koning zijn.

I do not want to be a king.

Nou, zei de vrouw, misschien wil jij geen koning zijn,

Well, said the woman, maybe you don't want to be a king,

maar ik wel.

but I do.

Ga naar de bot en vertel het hem.

Go to the bot and tell it.

Ach, vrouw, zei de man, moet jij koning zijn?

Oh, woman, said the man, must you be king?

Dat wil ik niet eens gaan zeggen.

I don't even want to say that.

Waarom niet? vroeg de vrouw.

"Why not?" asked the woman.

Ga dadelijk, ik moet en zal koning zijn.

I'm going right now, I must and will be king.

Daarop ging de man maar

Then the man just went.

en hij was heel verdrietig

and he was very sad

dat zijn vrouw koning wou worden.

that his wife wanted to become queen.

Dat is niet goed en het klopt niet, dacht hij.

That is not good and it isn't right, he thought.

Hij wilde niet gaan, maar hij ging toch.

He didn't want to go, but he went anyway.

Toen hij bij de zee kwam,

When he reached the sea,

was hij helemaal grijsblauw

was he completely gray-blue

en zwart en dik.

and black and thick.

Het water kwam van onder naar boven

The water came up from below.

en het stonk ook.

and it smelled bad too.

Hij bleef staan en zei,

He stopped and said,

mannetje, mannetje, timpetee,

little man, little man, timpetee,

botje, botje in de zee,

little fish, little fish in the sea,

mijn vrouw die heet Ilsebeel,

my wife who is called Ilsebeel,

ze wil niet zoals ik het wil.

She doesn't want it the way I want it.

Nou, wat wil ze dan? vroeg de bot.

Well, what does she want then? asked the bot.

Tja, zei de visser, ze wil koning worden.

Well, said the fisherman, she wants to become queen.

Ga maar terug.

Just go back.

Ze is het al, zei de bot.

She is it already, said the robot.

En de man ging terug.

And the man went back.

Daarna hij thuis kwam, zag hij

When he got home, he saw

dat het slot nog veel groter was geworden

that the castle had become much bigger

met een grotere toren en allerlei versiersels

with a larger tower and all kinds of ornaments

en een schildwacht voor de deur

and a sentry at the door

en soldaten en pauken en trommels.

and soldiers and drums and tambours.

Binnen was alles van zuiver marmer

Inside, everything was made of pure marble.

en puur goud

and pure gold

en overal waren fluwelen dekens

and everywhere there were velvet blankets

en gouden kwasten.

and golden brushes.

Daar gingen de deuren van de zaal open

The doors of the hall opened there.

en zijn vrouw zit op een gouden troon

and his wife is sitting on a golden throne

met diamanten.

with diamonds.

Zat een grote kroon op

Had a big crown on.

en hield een scepter van goud in haar hand.

and held a golden scepter in her hand.

Aan beide zijden stond een rijk kamerjuffer,

On both sides stood a richly dressed chambermaid,

de een een hoofd kleiner dan de vorige.

the one a head shorter than the previous one.

Hij ging voor haar staan en vroeg

He stood in front of her and asked

Och, vrouw, ben jij nou koning?

Oh, woman, are you now the king?

Ja, zei de vrouw, nou ben ik koning.

Yes, said the woman, now I am king.

Toen bleef hij zo staan en keek haar aan

Then he stood there and looked at her.

en nadat hij een hele poos gekeken had,

and after he had watched for quite a while,

zei hij, vrouw,

he said, woman,

wat staat dat prachtig dat je nou koning bent.

How wonderful that you are now king.

Nu moeten we ook niets meer wensen.

Now we shouldn't wish for anything more.

Nee, man, zei de vrouw

No, man, said the woman.

en ze werd onrustig.

and she became restless.

Mij valt de tijd zo lang,

I find the time so long,

ik kan het niet meer uithouden.

I can't take it anymore.

Ga naar de bot,

Go to the bot.

koning ben ik, nou moet ik ook keizer worden.

I am king, now I must also become emperor.

Ach, vrouw, zei de man,

Oh, woman, said the man,

waarom wil jij nu keizer worden?

Why do you want to become emperor now?

Man, zei ze,

"Man," she said,

ga naar de bot,

go to the bot,

ik wil keizer zijn.

I want to be an emperor.

Ach, vrouw, zei de man,

Ah, woman, said the man,

keizer kan hij je niet maken,

he cannot make you an emperor,

ik mag dat niet aan de bot vragen.

I am not allowed to ask that to the bot.

Keizer is er maar één in het rijk,

There is only one emperor in the empire,

keizer kan de bot je niet maken,

Emperor can't make the bot for you.

dat kan niet, dat kan hij niet.

that can't be, he can't do that.

Wat, zei ze,

What, she said,

ik ben de koning en jij bent mijn man,

I am the king and you are my man.

wil je dadelijk gaan?

Do you want to go soon?

Niet meteen.

Not right away.

Als hij mij koning kan maken,

If he can make me king,

dan kan hij mij ook keizer maken.

Then he can make me emperor too.

Ik wil en ik zal keizer zijn.

I want to be emperor, and I will be.

Toen moest hij wel gaan.

Then he really had to go.

Onderweg werd hij erg bang en hij dacht bij zichzelf,

On the way, he became very scared and he thought to himself,

dat gaat niet goed,

that's not going well,

dat gaat nooit goed.

That will never go well.

Keizer, dat is onbeschaamd,

Emperor, that is shameless,

de bot zal uiteindelijk moe worden.

the bot will eventually get tired.

Zodra hij aan zee kwam,

As soon as he arrived at the sea,

werd het water helemaal zwart en dik.

the water became completely black and thick.

Het ging van onderen zo koken,

It started boiling from the bottom.

dat er bellen aankwamen.

that bells were coming.

Ook stond er een wind waardoor de zee kolkte

There was also a wind that made the sea churn.

en de vissers huiverden.

and the fishermen shivered.

Hij vermanne zich en zei,

He admonished himself and said,

mannetje, mannetje, timpethee,

little man, little man, timpethee,

botje, botje in de zee,

little fish, little fish in the sea,

mijn vrouwtje die heet Ilsebil,

my little wife, her name is Ilsebil,

ze wil niet zoals ik het wil.

She doesn't want it the way I want it.

Nou, wat wil ze dan? vroeg de bot.

Well, what does she want then? asked the bot.

Tja, zei hij,

Well, he said,

mijn vrouw wil keizer worden.

My wife wants to become an emperor.

Ga maar weer, zei de bot, ze is het al.

Just go again, said the boat, she already is.

De visser ging terug

The fisherman went back.

en toen hij weer in het slot kwam,

and when he returned to the castle,

was het helemaal geen gepolijst marmer

it wasn't polished marble at all

maar albaste beelden en gouden versierselen.

but alabaster figures and golden ornaments.

Voor de deur marcheerden,

Marching at the door,

was het helemaal,

was it completely,

voor de deur marcheerden soldaten

Soldiers marched in front of the door.

die op trompetten bliezen

who were blowing trumpets

en op pauken en trommels sloegen.

and struck with drums and timpani.

Boven in het huis

Above in the house

wandelden baronnen heen en weer.

Barons walked back and forth.

Graven en hertoggen

Counts and dukes

gingen rond als bedienden.

went around like servants.

Ze openden voor hem deuren

They opened doors for him.

die van louter goud waren.

that were made of pure gold.

Binnen vond hij zijn vrouw op een gouden troon,

Inside he found his wife on a golden throne,

twee mijl hoog.

two miles high.

Een gouden kroon van drie mijl hoog,

A golden crown three miles high,

bezet met briljanten en karbonkols.

set with diamonds and carbon colls.

In de ene hand hield ze de scepter

In one hand, she held the scepter.

en in de andere de rijksappel.

and in the other the imperial orb.

En links en rechts stonden

And on the left and right stood

drie rijen van trawanten,

three rows of henchmen,

ieder iets kleiner dan degene

each a little smaller than the one

die naast hem stond.

who was standing next to him.

En van de allergrootste reus,

And of the greatest giant,

die twee mijl hoog was,

that two miles high was,

tot de allerkleinste dwerg toe,

to the smallest dwarf,

die zo groot als mijn pink was.

that was as big as my pinky.

En voor haar waren allemaal

And for her they were all

vorsten en hertoggen.

princes and dukes.

Ze liepen er al tussen staan en hij zei

They were already standing among them and he said.

vrouw, ben jij nou keizer?

Woman, are you the emperor now?

Ja, zei ze, keizer ben ik.

Yes, she said, I am the emperor.

Hij bleef haar goed aankijken.

He kept looking at her intently.

En nadat hij een poos

And after he had been a while

gekeken had, zei hij, ach vrouw,

he had looked, he said, oh woman,

wat ben je mooi nu je keizer bent.

How beautiful you are now that you are emperor.

Man, zei ze, wat sta je daar?

Man, she said, what are you standing there for?

Ik ben dan wel keizer,

I may be an emperor,

maar ik wil ook paus worden.

but I also want to become pope.

Ga naar de bot.

Go to the boat.

Ach vrouw, zei de visser, wat wou je nou?

Oh woman, said the fisherman, what do you want now?

Paus kan je niet worden.

You cannot become pope.

Paus is er maar één in de hele wereld.

There is only one pope in the whole world.

Dat kan hij je toch niet maken?

He can't do that to you, can he?

Man, zei ze, paus wil ik worden.

"Man, she said, I want to become pope."

Ga dadelijk,

Go ahead.

moet vandaag nog paus worden.

must become pope today.

Nee, vrouw, zei de man,

No, woman, said the man,

dat mag ik niet vragen.

I am not allowed to ask that.

Dat gaat nooit goed, dat is te grof.

That will never go well, that's too rough.

Paus kan de bot je niet maken.

Pope cannot make the bot for you.

Man, zeur niet, riep de vrouw.

"Man, don't whine," the woman shouted.

Wie mij keizer kan maken,

Who can make me emperor,

die kan mij ook paus maken.

that can make me pope too.

Ga dadelijk, ik ben de keizer

Go ahead, I am the emperor.

en jij bent alleen maar mijn man.

and you are just my husband.

Wil je wel eens gauw gaan?

Do you want to hurry up sometimes?

Toen werd hij bang en ging naar de zee terug.

Then he got scared and went back to the sea.

Hij was eerst wat flauw.

He was initially a bit dull.

Sidderend en bevend.

Shivering and trembling.

Zijn knieën en dijen waren helemaal slap.

His knees and thighs were completely weak.

Er hing een hevige wind over het land

A fierce wind was blowing over the land.

en de wolken vlogen toen de schemer kwam.

and the clouds flew when dusk came.

De bladeren waaiden

The leaves were blowing.

van de bomen en het water kolkte

of the trees and the water churned

en bruiste en sloeg tegen

and bubbled and hit against

het zand. Van verre zag hij

the sand. From afar he saw

dat de schepen in moeilijkheden waren.

that the ships were in trouble.

Ze dansten en sprongen op de golven.

They danced and jumped on the waves.

Toch was de hemel in het midden

Still, the sky was in the middle.

nog een beetje blauw.

still a little blue.

Maar in het zuiden trok het zo rossig op

But in the south it got so reddish.

als bij echt zwaar weer.

as in really bad weather.

Aangedoken van angst ging hij bij het water staan

Startled by fear, he stood by the water.

en zei, mannetje, mannetje,

and said, little man, little man,

timpetee, botje, botje in de zee.

little fish, little fish in the sea.

Mijn vrouwtje die heet

My little lady is called

Ilsebil en ze wil niet zoals ik het wil.

Ilsebil and she doesn't want it the way I want it.

Wat wil ze dan nog?

What does she want then?

vroeg de bot. Tja,

asked the bot. Well,

zuchtte de man. Pauze wil ze worden.

the man sighed. She wants to become a break.

Ga maar, ze is het al,

Go ahead, she is already it,

zei de bot. De visser

said the bot. The fisherman

ging weg en toen hij thuis kwam stond er een grote

left and when he returned home there was a big

kerk, omgeven door paleizen.

church, surrounded by palaces.

Hij dronk zich door de menigte heen.

He drank his way through the crowd.

Van binnen was alles met duizend

Inside, everything was with a thousand.

en nog eens duizend lampen verlicht.

and another thousand lights illuminated.

Zijn vrouw was gekleed in zuiver goud

His wife was dressed in pure gold.

en ze zat op een nog veel hogere

and she was sitting on an even higher

troon. Ze had drie grote

throne. She had three large

gouden kronen op

golden crowns on

en om haar heen waren ontelbare

and around her were countless

geestelijke en prelate.

spiritual and prelate.

Aan beide kanten stonden twee

On both sides stood two.

rijen kaarsen, de grootste zo

rows of candles, the largest ones

dik en zo groot als de

thick and as big as the

allerhoogste toren tot aan het allerkleinste

the highest tower down to the smallest

keukenlicht toe. Alle

kitchen light on. All

keizers en koninginnen lagen ervoor op hun

emperors and queens lay down before them on their

knieën en kusten haar pantoffel.

kneeling and kissing her slipper.

Vrouw, zei de man.

Woman, said the man.

Ben jij nu paus?

Are you the pope now?

Jawel, zei ze, ik ben paus.

Yes, she said, I am the pope.

Toen keek hij haar recht aan

Then he looked her straight in the eye.

en het was alsof hij in de felle zon

and it was as if he were in the bright sun

keek. Nadat hij een poos naar haar

looked. After looking at her for a while

gekeken had, zei hij, och vrouw,

had looked, he said, oh woman,

wat is het mooi dat je nou paus bent.

How beautiful it is that you are now pope.

Ze zat in de hoogte,

She sat in the high place,

zo stijf als een boom, en ze verroerde

as stiff as a tree, and she didn't move

zich niet. De man zei,

not. The man said,

vrouw, wees eindelijk

woman, finally be

tevreden. Nu je de paus bent,

satisfied. Now that you are the pope,

kun je toch niets meer worden?

Can't you become anything anymore?

Daar zal ik nog eens over nadenken,

I will think about it again.

zei de vrouw. Ze ging

said the woman. She went

samen naar bed, maar tevreden was ze toch

Together to bed, but she was still satisfied.

niet, en haar verlangen naar macht

not, and her desire for power

hield haar wakker. Ze vroeg zich

kept her awake. She wondered

af wat ze nu nog worden kon.

of what they might still become.

De visser sliep heel goed en vast,

The fisherman slept very well and soundly,

hij had die dag veel gelopen.

He had walked a lot that day.

Maar zijn vrouw kon niet in slaap komen

But his wife couldn't fall asleep.

en bleef zich afvragen

and kept wondering

wat ze nog zou kunnen worden.

what she could still become.

Ze gooide zich van de ene zij op de andere,

She threw herself from one side to the other,

maar ze kon niets meer bedenken.

but she couldn't think of anything else.

Zodra de zon

As soon as the sun

opging en de vrouw het morgenrood zag,

rose and the woman saw the dawn,

richtte ze zich op hun bed en keek

she turned to their bed and looked

naar het licht. Op het moment dat

to the light. At the moment that

ze door het venster de zon zag opgaan,

she saw the sun rise through the window,

vroeg ze, wacht, kan ik

she asked, wait, can I

niet ook de zon en de maan laten

not letting the sun and the moon either

opgaan? Ze stootte de visser

Go up? She bumped into the fisherman.

met haar elleboog in zijn ribben en zei,

with her elbow in his ribs and said,

man, word eens wakker, sta eens

Man, wake up for once, stand up once.

op en ga naar de bot, ik wil net

Up and go to the boat, I just want to.

worden als ons lieve heer.

to become like our dear Lord.

De man sliep nog half,

The man was still half asleep,

maar hij schrok

but he was startled

toch zo erg dat hij uit bed viel.

Still so bad that he fell out of bed.

Hij meende dat hij het verkeerd had verstaan,

He thought that he had misunderstood it.

wreef zijn ogen uit en zei

rubbing his eyes and said

gapend, och vrouw, wat zei je?

Yawning, oh woman, what did you say?

Man, zei ze,

"Man, she said,"

als ik zelf de zon en de maan

if I myself the sun and the moon

niet kan laten opgaan en maar leidelijk

cannot let go and just slowly

moet toezien dat ik de zon en de maan

must ensure that I see the sun and the moon

zie komen en gaan, dan

see come and go, then

kan ik het niet uithouden en kan ik

I can't take it anymore and can I

geen rust en heb ik geen rustig

no rest and I have no peace

ogenblik meer. Ik

moment more. I

wil degene zijn die de zon en maan laat opkomen.

will be the one who makes the sun and moon rise.

Ze keek hem zo ijzig aan

She looked at him so icily.

dat het hem koud over de rug liep.

that he felt a chill down his spine.

Ga dadelijk en zeg dat ik net wil worden

Go ahead and say that I just want to become.

als ons lieve heer.

like our dear lord.

Maar vrouw, zei de man, en hij viel

But woman, said the man, and he fell.

voor haar op de knieën, dat kan de bot

On her knees, that can be the bone.

immers niet. Keizer en paus heeft ze

certainly not. She has the emperor and the pope.

niet kunnen maken. Ik bid je,

can't do it. I beg you,

kom tot jezelf en blijf paus.

Come to yourself and remain calm.

Ze kreeg een aanval van woede.

She had an outburst of anger.

Haar haren vlogen wild om haar hoofd.

Her hair flew wildly around her head.

Ze trok haar jak los,

She loosened her jacket,

schopte hem en schreeuwde,

kicked him and shouted,

ik kan het niet uithouden, ik kan het niet

I can't stand it, I can't.

langer uithouden. Versta je me?

Hold out longer. Do you understand me?

Daarop verslipte hij in zijn broek en

Then he slipped in his pants and

rolde angstig weg.

rolled away anxiously.

Buiten stormde en loeide het zo

Outside it was storming and howling so.

hard dat hij nauwelijks op zijn voeten kon staan.

It was hard that he could hardly stand on his feet.

Huizen en bomen woeien om,

Houses and trees are blowing over,

de bergen sidderden, rotsblokken

the mountains trembled, rock blocks

vielen in zee en de hemel was

they fell into the sea and the sky was

helemaal pikzwart. Het

completely pitch black. It

onweerde en bliksemde en de zee

thundered and lightninged and the sea

ging in hoge zwarte golven als bergen

went in high black waves like mountains

en als kerktorens en ze hadden hun witte

and as church towers and they had their white

kronen op van schuim.

crowns of foam.

De visser schreeuwde, maar hij kon

The fisherman shouted, but he could not.

zijn eigen woorden niet eens verstaan.

not even understand his own words.

Mannetje, mannetje, timpethee,

Little man, little man, herbal tea,

botje, botje in de zee,

little fish, little fish in the sea,

mijn vrouwtje die heet Eelsebeel,

my little wife, her name is Eelsebeel,

ze wil niet zoals ik het wil. Nou,

she doesn't want it the way I want it. Well,

wat wil ze dan, zei de bot. Tja,

what does she want then, said the bot. Well,

zei hij, zij wil worden als

he said, she wants to be like

onze lieve heer. Ga maar

Our dear Lord. Just go.

terug, ze zit alweer in jullie oude

back, she's already in your old one again

potje, zei de bot.

"pot," said the bot.

En daar zitten ze tot op de dag van vandaag.

And there they sit to this day.

Het einde.

The end.

Continue listening and achieve fluency faster with podcasts and the latest language learning research.