#24: Ewout Holsappel - Je hart uitstorten bij God - 22 Oktober 2023

Vitamine G

Vitamine G Podcast

#24: Ewout Holsappel - Je hart uitstorten bij God - 22 Oktober 2023

Vitamine G Podcast

Welkom, dit is de Vitamine G-podcast. Je hoort die overdenkingen uit onze samenkomst in Hilversum.

Welcome, this is the Vitamin G podcast. You will hear reflections from our gathering in Hilversum.

In onze geloofsgemeenschap Vitamine G putten we uit de bron die Jezus Christus is.

In our faith community Vitamin G, we draw from the source that is Jesus Christ.

We verlangen ernaar de liefde van God op het spoor te komen en in woorden en daden uit te delen van wat de Heilige Geest geeft.

We long to track down the love of God and to share in words and deeds what the Holy Spirit gives.

Wat de Heilige Geest geeft

What the Holy Spirit gives

De eerste boek van Samuel, hoofdstuk 1, de verse 1 tot en met 20.

The first book of Samuel, chapter 1, verses 1 to 20.

En ik doe dat uit de Bijbel in gewone taal.

And I do that from the Bible in plain language.

In het bergland van Evraim woonde een man die Elkanah heette.

In the mountainous region of Ephraim lived a man named Elkanah.

Hij woonde in de stad Rama. Hij was een zoon van Jerogam en een kleinzoon van Elihu.

He lived in the city of Rama. He was a son of Jerogam and a grandson of Elihu.

Elihu was een zoon van Toghu en dat was een zoon van Suf.

Elihu was a son of Toghu, and he was a son of Suf.

Ze hoorden allemaal bij de stam Evraim.

They all belonged to the tribe of Ephraim.

Elkanah had twee vrouwen.

Elkanah had two wives.

De ene vrouw heette Hanna en de andere heette Peninna.

One woman was named Hannah and the other was named Peninnah.

Peninna had kinderen, maar Hanna niet.

Peninnah had children, but Hannah did not.

Elk jaar maakte Elkanah met zijn twee vrouwen en zijn kinderen een reis.

Every year, Elkanah made a trip with his two wives and his children.

Ze gingen dan naar de tempel van de heer in Silo.

They then went to the temple of the Lord in Shiloh.

Dat deden ze om daar te bidden en offers te brengen aan de machtige heer.

They did that to pray there and to offer sacrifices to the mighty Lord.

In de tempel werkten Hofni en Pinegas.

Hophni and Phinehas worked in the temple.

Zij waren priesters, net als hun vader Eli.

They were priests, just like their father Eli.

Elk jaar bracht Elkanah in Silo een offer.

Every year, Elkanah brought an offering in Shiloh.

Elkanah had een vrouw.

Elkanah had a wife.

Hij had altijd een stuk vlees van het offerdier aan Peninna en haar kinderen.

He always had a piece of meat from the sacrificial animal for Peninnah and her children.

Maar het mooiste stuk gaf hij aan Hanna, want van haar hield hij het meest.

But he gave the most beautiful piece to Hanna, because he loved her the most.

Ook al had de heer haar geen kinderen gegeven.

Even though the Lord had not given her any children.

Peninna had er plezier in om Hanna te vernederen.

Peninna enjoyed humiliating Hanna.

Ze zei dat Hanna niets waard was omdat ze geen kinderen had.

She said that Hanna was worth nothing because she had no children.

Zo ging het elk jaar weer als de familie naar de stad Silo reisde.

Thus it happened every year when the family traveled to the city of Silo.

Als Hanna naar de tempel ging, zei Peninna gemene dingen tegen haar.

When Hanna went to the temple, Peninna said unkind things to her.

Het was zo erg.

It was so bad.

Het was zo erg dat Hanna dan alleen maar kon huilen en niet kon eten.

It was so bad that Hanna could only cry and couldn't eat.

Toen dat weer eens gebeurde, vroeg Elkanah aan Hanna.

When that happened again, Elkanah asked Hannah.

Hanna, waarom huil je?

Hanna, why are you crying?

Waarom eet je niets?

Why aren't you eating anything?

Waarom ben je zo verdrietig?

Why are you so sad?

Je hebt mij toch?

You have me, don't you?

Ik ben toch veel meer waard dan tien zonen?

Am I not worth much more than ten sons?

Na het eten stond Hanna op om in de tempel te gaan bidden.

After the meal, Hanna got up to go pray in the temple.

Ze was erg verdrietig en ze huilde toen ze begon te bidden.

She was very sad and she cried when she started to pray.

Ze bad.

She prayed.

Machtige heer, ziet u hoe moeilijk ik het heb?

Mighty lord, do you see how difficult it is for me?

Vergeet mij niet.

Don't forget me.

Geef mij alsjeblieft een zoon.

Please give me a son.

Dan beloof ik dat ik hem aan u terug zal geven.

Then I promise that I will give him back to you.

Hij zal u zijn leven lang dienen.

He will serve you for his entire life.

Als teken daarvan zal zijn haar nooit geknipt worden.

As a sign of that, her hair will never be cut.

Intussen zat de priester Eli dicht bij de ingang van de tempel op een stoel.

Meanwhile, the priest Eli was sitting near the entrance of the temple on a chair.

Toen Hanna maar bleef bidden, ging Eli op haar mond letten.

When Hanna kept praying, Eli began to pay attention to her mouth.

Hij zag haar mond wel bewegen, maar hij hoorde haar niet.

He saw her mouth moving, but he couldn't hear her.

Daarom dacht Eli dat ze dronken was.

That's why Eli thought she was drunk.

Maar Hanna was in zichzelf aan het bidden.

But Hanna was praying to herself.

Eli zei tegen haar, ga je hier nog lang mee door?

Eli said to her, are you going to keep this up for a long time?

Je bent dronken, ga weg en zorg dat je weer nuchter wordt.

You are drunk, go away and make sure you sober up.

Maar Hanna zei, nee, ik ben niet dronken.

But Hanna said, no, I am not drunk.

Ik ben erg ongelukkig en ik heb al mijn zorgen aan de Heer verteld.

I am very unhappy and I have told all my worries to the Lord.

Denk niet dat ik een slechte vrouw ben.

Don't think that I am a bad woman.

Ik heb al die tijd tot God gebeden, omdat ik ongelukkig ben.

I have been praying to God all this time because I am unhappy.

Toen zei Eli, ga dan nu maar rustig naar huis.

Then Eli said, well then, you can go home calmly now.

De God van Israël zal je geven wat je gevraagd hebt.

The God of Israel will give you what you have asked for.

Hanna bedankte Eli voor zijn vriendelijke woorden.

Hanna thanked Eli for his kind words.

Toen ze wegging, was ze weer vrolijk en kon ze weer eten.

When she left, she was happy again and could eat again.

De volgende ochtend stonden Elkanah en zijn familie al vroeg op om naar de tempel te gaan.

The next morning, Elkanah and his family got up early to go to the temple.

Daarna reisde ze terug naar het huis in Rama.

Then she traveled back to the house in Rama.

Elkanah sliep met zijn vrouw Hanna.

Elkanah slept with his wife Hannah.

Toen gaf de Heer aan Hanna wat ze gevraagd had.

Then the Lord gave Hannah what she had asked for.

Ze werd zwanger en kreeg een zoon.

She became pregnant and had a son.

Ze noemde hem Samuel.

She named him Samuel.

Ze zei, dit is de zoon die ik aan de Heer gevraagd heb.

She said, this is the son I asked the Lord for.

De Heer zei, dit is de zoon die ik aan de Heer gevraagd heb.

The Lord said, this is the son that I asked of the Lord.

Continue listening and achieve fluency faster with podcasts and the latest language learning research.