1. De klank van afasie

Radio1

In mijn hoofd

1. De klank van afasie

In mijn hoofd

In mijn hoofd. Een podcast van Anke van Meer.

In my head. A podcast by Anke van Meer.

De klank van Afazi.

The sound of Afazi.

...met ogen en benen uit tijdschriften.

...with eyes and legs from magazines.

Dat het in het echt eigenlijk ook zo werkt.

That it actually works that way in real life too.

Wij zijn allemaal een collage van lichaamsdelen.

We are all a collage of body parts.

En wij zijn net zo dun als papier.

And we are just as thin as paper.

Dus soms komt er iets los.

So sometimes something comes loose.

Of er scheurt iets.

Or something is tearing.

Of er zit in ons brein plots een ezelzoor.

Or there is suddenly a donkey ear in our brain.

Zoals bij deze man.

Like with this man.

Zijn woorden zijn losgekomen.

His words have been freed.

Hij weet niet meer dat een vogel niet hetzelfde is als een ezel.

He no longer knows that a bird is not the same as a donkey.

Of als een zetel.

Or like a seat.

En dat een brood eigenlijk meestal...

And that a loaf of bread usually...

...niet aangesproken wordt met het woord water.

...is not addressed with the word water.

Deze man is mijn vader.

This man is my father.

Zes jaar geleden, na een herseninfarct tijdens het joggen...

Six years ago, after a stroke while jogging...

...liep het allemaal mis.

...everything went wrong.

Praten werd plots heel moeilijk voor hem.

Talking suddenly became very difficult for him.

Hij leeft sindsdien op zijn eigen toren van Babel.

He has been living on his own Tower of Babel since then.

Alle talen door elkaar.

All languages mixed together.

Ik denk dat het voor hem soms lijkt alsof zijn woorden over een snelweg vliegen.

I think that for him it sometimes feels like his words are flying over a highway.

Dat ze in de villes staan, botsen en de verkeerde afrit nemen.

That they are in the cities, colliding and taking the wrong exit.

Klankvilles en letterbotsingen.

Sound villages and letter collisions.

Ik vraag mij al een tijdje af hoe het in zijn hoofd zou klinken.

I have been wondering for a while how it would sound in his head.

Hoe alle woorden daardoor elkaar bewegen.

How all the words move around each other because of that.

Hoe ze dansen.

How they dance.

Hoe ze van de ene kant naar de andere kant gegooid worden.

How they are thrown from one side to the other.

Of zo stel ik het mij toch voor.

Or at least that's how I imagine it.

En...

And...

Dat het heel moeilijk moet zijn dan voor hem om het juiste woord eruit te kiezen.

That it must be very difficult for him to choose the right word.

En ik weet niet of ik gelijk heb.

And I don't know if I'm right.

Maar ik denk dat als ik in zijn hoofd zou kijken...

But I think that if I could look inside his head...

...het er ongeveer zo klinkt.

...it sounds roughly like this.

Zes jaar geleden ben ik gaan joggen.

Six years ago, I started jogging.

En plotseling...

And suddenly...

...ben ik gewallen tegen de zijkant van het voetpad waar ik aan het lopen was.

...I fell against the side of the sidewalk where I was walking.

En ik ben...

And I am...

Ik zeg niks.

I'm not saying anything.

Zeg anders.

Say otherwise.

En...

And...

Op een lobby.

In a lobby.

Ik zeg dat moet je uitleggen.

I say that you need to explain that.

Als je het aan de meeste keer kan doen, uitleggen.

If you can do it most of the time, explain.

Wat ik tegen u teken.

What I sign against you.

Dat is het doen.

That is the action.

Ik was gaan joggen.

I had gone jogging.

En tijdens het joggen...

And while jogging...

...ben ik gevallen.

...I have fallen.

Naast het...

Next to the...

Het fietsend wandelpad.

The cycling walking path.

Dus ik neefde de baan.

So I quit the job.

Ben ik gevallen.

Have I fallen?

Er is een fietser die vroeg iets aan mij.

There is a cyclist who asked me something earlier.

Ik zeg...

I say...

Ja, ik deed het tegen.

Yes, I did it against.

Want dat komt wel goed.

Because that will be fine.

Ik ben eigenlijk rechtgezet terug.

I have actually been corrected back.

En ben teruggedraaid.

And I have turned back.

Hij terug naar huis.

He is returning home.

We zijn dan al wandelend.

We are then walking.

Maar ja, ik was...

But yes, I was...

Er kwam er ook iemand.

Someone also came.

Gagert met u.

Gagert with you.

Er was iemand aan het lopen.

Someone was walking.

Op het lopen was ook een lobster.

There was also a lobster on the run.

Ja, ja.

Yes, yes.

En ik ben gewoon doorgewandeld naar huis.

And I just walked home.

Dus de weg en alles wist ik waar ik moest zijn.

So I knew the way and everything, where I needed to be.

Maar op de woorden kostte ik dikwijls niet komen.

But I often didn't manage to come to the words.

Op vanuit schijnt.

On from shines.

Eén van zijn twee hersenhelften was afgestorven.

One of his two brain hemispheres had died.

De kant waar taal en begrip zit.

The side where language and understanding reside.

Dat noemen ze afasie.

They call that aphasia.

Een taalstoornis.

A language disorder.

Afasie is bij niemand hetzelfde.

Aphasia is not the same for anyone.

De ene persoon kan misschien nog heel vlug in het spreken.

One person might still be very quick in speaking.

Maar zegt zinnen zonder betekenis.

But says sentences without meaning.

Terwijl de andere nog goed de betekenis van de woorden kent.

While the other still knows the meaning of the words well.

Maar bijvoorbeeld enkel in telegramstijl dingen duidelijk kan maken.

But, for example, being able to make things clear only in telegram style.

Hij had last van beide.

He was suffering from both.

Dingen verstaan en begrijpen was moeilijk.

Understanding and comprehending things was difficult.

En het juist benoemen van een woord ook.

And the correct naming of a word as well.

Afasie van Brokka en van Wernicke.

Broca's aphasia and Wernicke's aphasia.

Mijn ziekte is af...

My illness is over...

Dat kan moeilijk op de naam.

That can hardly be named.

Ik ken het niet.

I don't know it.

Afalsie of zoiets.

Abandonment or something like that.

Alafsie of...

Alafsie or...

Ik weet het niet.

I don't know.

Afalsie.

Inevitability.

Ja, dat is het.

Yes, that is it.

Afalsie.

Afalsie.

We hebben alles in een moeilijke naam.

We have everything in a difficult name.

En dat is aan betaald.

And that is paid for.

Net na het ongeluk kende hij mijn naam niet meer.

Right after the accident, he no longer remembered my name.

En hij wist ook de naam van mijn broer en zussen niet meer.

And he also no longer knew the names of my brother and sisters.

En van mijn moeder.

And from my mother.

En van de rest van de familie.

And of the rest of the family.

En van zijn vrienden.

And from his friends.

En alles wat hij zag noemde hij vogel.

And everything he saw, he called a bird.

De kast was een vogel.

The cupboard was a bird.

De zetel was een vogel.

The seat was a bird.

Het brood was een vogel.

The bread was a bird.

Alles was een vogel.

Everything was a bird.

Ik wist het wel.

I knew it.

Maar ik moest moeilijk op mijn woorden komen.

But I had a hard time finding my words.

Bijvoorbeeld een stom, een koe.

For example, a stupid, a cow.

Ik moest op de naam van een koe niet komen.

I couldn't come up with a name for a cow.

Zelfs dat mijn kinderen hun naam kenden, kende ik altijd niet direct.

Even though my children knew their name, I never knew it directly.

Een ijskast.

A refrigerator.

Ik zag wel wat dat was.

I did see what that was.

Maar ik moest gewoon op de naam niet komen.

But I just couldn't think of the name.

En verkeerde alles door elkaar gehooid.

And mixed everything up.

Die woorden.

Those words.

Gerrit Kouwenaar schreef in 1982 een gedicht dat begint met de zin

Gerrit Kouwenaar wrote a poem in 1982 that begins with the line

De taal behoort aan de vogels.

The language belongs to the birds.

Mijn vader heeft bewezen dat hij geloofde.

My father has proven that he believed.

Dat hij gelijk heeft.

That he is right.

Ik herinner mij een moment in het ziekenhuis dat hij ook een hond een vogel noemde.

I remember a moment in the hospital when he also called a dog a bird.

En dat ik hem toen probeerde uit te leggen dat vogels in de lucht vliegen en honden op de grond leven.

And that I tried to explain to him that birds fly in the air and dogs live on the ground.

Dat weet ik niet meer.

I don't know that anymore.

En hij begreep het niet.

And he didn't understand it.

Dus ik heb een schema gemaakt.

So I made a schedule.

Ik heb het getekend.

I have signed it.

Ik heb de grond getekend.

I have signed the ground.

De lucht getekend.

The sky is drawn.

En hij begreep het nog niet.

And he still didn't understand it.

Dus ik heb het uitgebeeld.

So I depicted it.

Ik ben op de grond gaan liggen.

I lay down on the ground.

Ik heb gesprongen om te laten zien wat de lucht was.

I jumped to show what the sky was like.

En hij keek naar mij.

And he looked at me.

En hij lachte.

And he laughed.

En in zijn ogen zag ik dat hij er niet was.

And in his eyes, I saw that he was not there.

En dat ik er niets van begreep.

And that I didn't understand anything of it.

En toen wist ik niet waarom hij lachte.

And then I didn't know why he was laughing.

Of dat hij lachte omdat ik onnozel deed.

Or that he laughed because I was acting silly.

Of dat hij lachte omdat hij niet wist wat hij anders moest doen of zeggen.

Or that he laughed because he didn't know what else to do or say.

En juist op die manier bekijkt hij mij nu soms ook.

And just in that way, he sometimes looks at me now too.

Tijdens het interview.

During the interview.

De afvalzie mag dan al veel beter geworden zijn dan in het begin.

The waste may have improved significantly since the beginning.

De ijskast is nog maar af en toe een vogel.

The refrigerator is only occasionally a bird.

Toch merk ik dat hij soms antwoordt wat hij denkt dat ik wil horen.

Yet I notice that he sometimes answers what he thinks I want to hear.

Dat hij de vraag niet helemaal begrepen heeft ofzo.

That he didn't quite understand the question or something.

Het valt mij op hoe vaak hij in de verleden tijd praat.

I notice how often he speaks in the past tense.

Terwijl hij eigenlijk ook nu bedoelt.

While he actually means now too.

Zonder dingen stel ik moeilijk op het woord dat ik te snel ben of ik te rap rap iets wil zeggen.

Without things, I find it difficult to say that I am too fast or that I want to say something too quickly.

Dan ben ik te snel om iets te zeggen.

Then I am too quick to say anything.

Als je gaat praten met iemand in een perustige manier dan lukt dat wel.

If you start talking to someone in a respectful manner, it will work.

Dat denk ik toch.

I think so too.

Dan zeggen sommige mensen toch.

Then some people actually say.

Wat ga jij doen?

What are you going to do?

Er staat nog niets aan u zeg je dan.

You then say there is nothing on you.

Dat je het goed kan uitwabbelen toch.

That you can brush it off well, right?

Dat je ook kunt babbelen zeggen ze dan.

They say that you can also chat.

Dat je het ook kunt bijzonder kan.

That you can do it particularly.

Dat je ook kan bijzonder kan zeggen.

That you can also say special.

Zeg maar zeg, amai.

Go ahead, say it, wow.

Je ziet er toch beter uit dan ik dacht.

You look better than I thought.

Het is wat moeilijk om te zeggen dat je iets goed kan doen.

It is somewhat difficult to say that you can do something well.

Maar ja, dat is ook als je...

But yes, that's also when you...

Als ik het op een paar woorden heb of op ergens heb gepraat.

If I have it in a few words or have spoken about it somewhere.

Als dat dan langer praat is dat wel moeilijker natuurlijk.

If that takes longer to talk about, then it is of course more difficult.

Maar ook omdat het altijd hetzelfde is hé.

But also because it is always the same, right?

Soms weet je gewoon wat mensen zeggen.

Sometimes you just know what people are saying.

En willen horen.

And want to hear.

Daarvoor moet je de juiste woorden niet altijd kennen.

You don't always have to know the right words for that.

En dat heeft mijn vader ook ontdekt.

And my father has discovered that too.

Mijn vader is een specialist geworden in doen alsof hij alles begrijpt.

My father has become a specialist in pretending to understand everything.

Niet dat ik elke dag altijd hoor, dan verstaan ik dat toch wat dat gaat.

Not that I hear it every day, but I do understand what it's about.

Als ze zeggen, thuis ook, als ze iets zeggen, dan hoor ik ook altijd over het geld.

When they say, at home as well, when they say something, I always hear about the money too.

Terwijl dit helemaal niet lief is natuurlijk, dan weet ik het ook niet.

While this is not sweet at all, I don't know what to say either.

De namen van televisieprogramma's hebben hier een andere naam.

The names of television programs have a different name here.

Verzonnen door mijn vader.

Created by my father.

Iedereen beroemd bijvoorbeeld.

Everyone famous, for example.

Zijn vaste programma heeft hij in al die jaren nooit zo genoemd.

He has never called his regular program that in all those years.

Tot ik ernaar vraag natuurlijk.

Until I ask for it, of course.

Iedereen beroemd.

Everyone famous.

Hij noemt het eigenlijk altijd beroemd, beroemd.

He actually always calls it famous, famous.

Oh, beroemd, beroemd, dat ken ik.

Oh, famous, famous, I know that.

En Tom Testrom kreeg ook een grappige naam.

And Tom Testrom also got a funny name.

Tom Testrom, ja. Tom Testrom.

Tom Testrom, yes. Tom Testrom.

Het is de eerste keer dat ik hem naar zijn ziekte vraag.

This is the first time I am asking him about his illness.

We zitten in de zetel.

We are sitting on the couch.

En ik zie hoe hij zijn best doet om zo netjes mogelijk te praten.

And I see how hard he is trying to speak as neatly as possible.

Eén keer spreekt hij mij zelfs aan met u.

Once he even addresses me as "you."

Zoals u weet.

As you know.

Het is gek om hem daar zo te zien zitten.

It's weird to see him sitting there like that.

Ik moet vaak mijn lach inhouden.

I often have to hold back my laughter.

Omdat hij dingen zegt die niet waar zijn.

Because he says things that are not true.

Of dingen zegt die hij eigenlijk anders bedoelt.

Or things that he actually means differently.

En ook omdat hij zo serieus kijkt.

And also because he looks so serious.

Het zijn veel moeilijke woorden.

These are many difficult words.

Hoe snel ik in een bos gezeten ben en alles.

How quickly I have sat in a forest and everything.

En dat ik gevallen ben. Zo gezegd.

And that I have fallen. So to speak.

Niet zo gezegd. Echt.

Not so said. Really.

Met een grijze massa die weg was.

With a gray mass that was gone.

Dat is ook zoiets wat hij anders nooit zou zeggen.

That's something he would never say otherwise.

Grijze massa.

Gray matter.

Er waren veel dingen.

There were many things.

Er waren veel woorden die niet direct opkwamen.

There were many words that did not come to mind directly.

Pro-trooster bijvoorbeeld.

Pro-supporter, for example.

Dat je er niet direct op komt.

That you don't immediately think of it.

Ik zie dat eruitzien.

I see that looking like.

Als mensen aan het praten zijn.

When people are talking.

Dat ik niet direct kan volgen hoe het gaat.

That I can't immediately follow how it goes.

Als het iets boeiend is.

If it's something interesting.

En ik heb die eerste woordjes gemist.

And I missed those first little words.

Over wat gaat dat nu eigenlijk?

What is that actually about?

Je kunt moeilijk ergens tussen springen.

It's hard to jump in somewhere.

En je kunt zeggen dat je ze even opnieuw tegen mij.

And you can say them to me again.

Na zijn ongeluk moest hij veel logopedie volgen.

After his accident, he had to undergo a lot of speech therapy.

Als je dan geluk hebt neemt de ene hersenhelft enkele functies over van de andere.

If you're lucky, one hemisphere of the brain takes over some functions of the other.

Dan worden zijn woorden misschien aan de andere kant geplakt.

Then his words might be stuck on the other side.

Zoals bij een collage.

Like in a collage.

Logopedie was woordjes.

Speech therapy was words.

Dat was alles.

That was everything.

Dat was woordjes zeggen.

That was saying words.

Of bijvoorbeeld drie of vierzelfde woorden achter elkaar.

Or for example three or four of the same words in a row.

Achter elkaar zeggen.

Saying one after another.

Maar dat is niet zo gemakkelijk.

But that's not so easy.

Want een twee of drie achter elkaar.

Because one, two, or three in a row.

En het vierde kost zich direct niet op.

And the fourth doesn't cost anything directly.

Dan zei hij altijd dat het iets simpeler was.

Then he always said it was something simpler.

Ik doe een kleine test.

I'm doing a small test.

Dus ik zeg bijvoorbeeld.

So I say, for example.

Kerstman.

Santa Claus.

Kussen.

Kiss.

T-shirt.

T-shirt.

Bril.

Glasses.

Ja, zo wel.

Yes, so be it.

En zeg eens na.

And say it again.

Kerstman.

Santa Claus.

Sinterklaas.

Saint Nicholas.

Ja, dat kan altijd zijn.

Yes, that can always be.

Dus ja, verkeerd.

So yes, wrong.

Zijn leven is veel veranderd sindsdien.

His life has changed a lot since then.

Als een volledige hersenhelft afsterft is afwazien natuurlijk niet het enige gevolg.

When one hemisphere of the brain dies, neglect is certainly not the only consequence.

Nou, ik mocht dus niet meer gaan werken.

Well, I wasn't allowed to work anymore.

Ik mocht niet meer in de auto rijden.

I was no longer allowed to drive the car.

Tennis mag ik doen.

I may play tennis.

Zeten.

Sitting.

En drinken.

And drink.

En gelukkig.

And happy.

Als ik van mijn...

If I from my...

Dus ik mocht blijven sporten.

So I was allowed to continue working out.

Dan mocht dat wel.

Then that would be allowed.

Hij vloekt ook veel meer dan vroeger.

He also swears a lot more than before.

Maar daar heeft hij een goede reden voor.

But he has a good reason for that.

Zegt hij.

He says.

Ja, dat is het.

Yes, that is it.

Mocht ik aan mijn woorden komen, dan begin ik te vloeken.

If I were to find my words, I would start swearing.

Ja, dat is.

Yes, it is.

Hoe komt dat?

How come?

Want dat is...

Because that is...

Nou, als ik met korte woorden iets zeg en doe, dan vloek ik maar eens.

Well, if I say and do something with short words, then I'll curse a bit.

Ja, dat zal niet veranderd zijn met mijn hersenen.

Yes, that will not have changed with my brain.

Hij wil nu ook alles doen op exacte tijdstippen.

He now also wants to do everything at exact times.

Altijd hetzelfde uur opstaan.

Always get up at the same hour.

Hetzelfde uur gaan slapen.

Going to bed at the same hour.

S'morgens.

In the morning.

Middag.

Afternoon.

S'avonds.

In the evening.

Altijd, praktisch altijd hetzelfde uur dat je gaat eten.

Always, practically always the same hour that you eat.

Regelmatig.

Regularly.

Dat kan niet anders.

That can't be helped.

Kan moeilijk iets...

Can hardly do anything...

Als je iets anders gaat doen, dat is normaal.

If you are going to do something else, that is normal.

Ik veronderstel dat iemand die gepensioneerd is ook altijd hetzelfde uur heeft.

I suppose that someone who is retired also always has the same hour.

Dat je gaat werken.

That you are going to work.

Dat je thuis bent.

That you are home.

Nu vind ik altijd hetzelfde.

Now I always find the same.

Thuis.

Home.

Lopen.

Walking.

Zwemmen.

Swimming.

Eens gaan fietsen.

Let's go cycling.

Hij sport heel veel.

He exercises a lot.

Heel veel.

Very much.

En het liefst van al gaat hij lopen.

And he especially prefers to go for a walk.

Vandaag ga ik mee.

Today I'm coming along.

Met de fiets.

By bike.

Want ik ben helemaal niet zo sportief.

Because I'm not sporty at all.

Zie dat je niet valt daar.

Make sure you don't fall there.

Als je voor je weg rijdt.

If you drive away.

Dat heb ik altijd graag gedaan.

I have always enjoyed doing that.

Lopen.

Walking.

Het is de lucht dat ik buiten kan.

It is the air that I can be outside.

Je komt af en toe wel mensen tegen.

You occasionally come across people.

En het zijn regelmatig wel dezelfde dat je tegenkomt in het bos.

And it is often the same ones that you encounter in the woods.

Hoi.

Hi.

Ik ben Erwin de Richter.

I am Erwin de Richter.

Ik ga op zondag ook altijd.

I always go on Sunday too.

En niet zelfs vanmorgen hè.

And not even this morning, right?

Of tot de volgende.

Or until next time.

Soms denk ik wel aan dingen.

Sometimes I do think about things.

Wat ik vroeger vooral nog deed.

What I mainly used to do.

Waar je aan het eind bij de grammen mis.

Where you miss at the end by the grams.

Dat ik minder zin in heb.

That I'm less interested in.

Omdat ik praktisch altijd naar thuis zit.

Because I am practically always at home.

En dat ik niet zelfs meer hier ben.

And that I am no longer even here.

Waar stel je wel voor.

What do you suggest?

We gaan naar de plek waar hij zes jaar geleden gevallen is.

We're going to the place where he fell six years ago.

Het padje rond de Vijver.

The path around the pond.

Ongeveer twee meter naast het wandelpad lag hij tussen de struiken.

About two meters next to the walking path, he lay between the bushes.

Als hij naar de andere kant was gevallen,

If he had fallen to the other side,

was hij recht in het water terechtgekomen.

he had fallen straight into the water.

Ik vraag of hij nog weet wat er gebeurde toen hij thuis aankwam.

I ask if he still remembers what happened when he got home.

En of hij nog weet wat mijn mama hem toen vroeg.

And whether he still remembers what my mom asked him back then.

Ze vroeg hem hoe groot hij was.

She asked him how tall he was.

En hij antwoordde een halve centimeter.

And he answered half a centimeter.

En dan zijn ze naar het ziekenhuis vertrokken.

And then they left for the hospital.

En heeft hij opnieuw leren spreken.

And has he learned to speak again?

Als de mens echt een collage was,

If man were truly a collage,

zou ik alle tijdschriften doorbladeren om zijn ontbrekende stukken te vinden.

I would flip through all the magazines to find his missing pieces.

Vooral in artikels zou ik zoeken.

Especially in articles, I would look.

Ik zou letters uitknippen.

I would cut out letters.

Superlijm kopen en hem weer opbouwen.

Buy super glue and rebuild it.

Maar aan de andere kant heb ik hierdoor ook de kracht van taal ontdekt.

But on the other hand, I have also discovered the power of language through this.

Omdat die ontbrak.

Because it was missing.

Omdat ik zag dat alles eigenlijk ook vogel zou kunnen heten.

Because I saw that everything could actually be called bird as well.

La, la.

La, la.

En dan...

And then...

Dan wil ik nog eindigen met de laatste zin uit het gedicht van Kouwenaar.

Then I would like to conclude with the last line from the poem by Kouwenaar.

De taal behoort aan de vogels.

The language belongs to the birds.

De mens schuilt weg in het woord.

Man hides away in the word.

Maar dat is voor volgende week.

But that is for next week.

Intussen kan je alles vinden op radio1.be

In the meantime, you can find everything at radio1.be.

en je abonneren kan via een podcast-app.

and you can subscribe via a podcast app.

Continue listening and achieve fluency faster with podcasts and the latest language learning research.